Pillendraaiers en potjeslatijn
Digitale tentoonstelling over de kennis en kunde van de vroegmoderne apotheker
De Delftse arts Pieter van Foreest (1521-1597) maakte zich eind zestiende eeuw ernstig zorgen over de stand van de geneeskunde. Hij constateerde een gebrek aan kennis bij arts, apotheker en chirurgijn en een wildgroei aan onbevoegden die geneeskundige handelingen uitvoerden. In de periode die volgde gingen steden hogere eisen stellen aan medische beroepsbeoefenaren. Zo veranderde de opleiding van apothekers ingrijpend en werd de controle op de bereiding van geneesmiddelen verscherpt.
Deze tentoonstelling gaat over de kennis en kunde van de apotheker in de vroegmoderne periode (ca. 1500-1800). Je ontdekt welke producten de apotheker in huis had om geneesmiddelen te bereiden en welke kennis over deze producten van belang was. Je leert hoe de kwaliteit van de afgeleverde medicijnen steeds meer moest voldoen aan regels en richtlijnen. En je komt te weten hoe in het medisch denkkader van de vroegmoderne arts en apotheker het geneesmiddel passend werd gemaakt voor de individuele patiënt.
Alles uit de kast
Net als tegenwoordig was de apotheker in de vroegmoderne periode verantwoordelijk voor de levering van geneesmiddelen aan patiënten. Maar wat waren dat precies voor geneesmiddelen? Welke grondstoffen moest de apotheker in huis hebben om ze te bereiden?
Een vak apart
Aan het eind van de zestiende eeuw was er nauwelijks sprake van algemene regelgeving voor de manier waarop apothekers in Nederland hun vak uitoefenden. Twee eeuwen later waren de opleiding, examinering en inspectie van apothekers veel beter georganiseerd. Hoe heeft dit proces van toegenomen kwaliteitszorg zich voltrokken?
Medicijnen op maat
In de tijd van Van Foreest was er nauwelijks iets bekend over de werking van geneesmiddelen in het lichaam. Toch schreef een arts niet zomaar een geneesmiddel voor en bereidde de apotheker niet zomaar een recept: medicijnverstrekking was maatwerk. Hoe werd bepaald welk geneesmiddel geschikt was voor welke patiënt?
Colofon
Tekst & uitleg:
Wouter Klein. Promoveerde in 2018 aan de Universiteit Utrecht op een proefschrift over de commerciële beschikbaarheid van geneesmiddelen tussen 1650 en 1800. Hij maakt in zijn onderzoek veel gebruik van digitale data en onderzoeksmethoden, om de geschiedenis van de farmacie vanuit een langetermijnperspectief te kunnen bekijken.
Toine Pieters. Studeerde farmacie en moleculaire genetica aan de Universiteit Utrecht en promoveerde in 1999 bij de Universiteit Maastricht op de biografie van het wondermiddel interferon. Sinds 2002 is Pieters hoogleraar geschiedenis van de farmacie en houdt hij zich met name bezig met historische trajecten van geneesmiddelontwikkeling en –gebruik. Pieters is bovendien voorzitter van Stichting Farmaceutisch Erfgoed. Recent publiceerde hij samen met Guy Widdershoven het boek Filosofie & geschiedenis van de gezondheidszorg (Amsterdam: Boom Uitgevers, 2019).
Eindredactie:
Peter van den Hooff. Studeerde geschiedenis aan de Universiteit Leiden. Sinds 2013 is hij werkzaam bij de Vakgroep Geschiedenis van de Farmacie van de Universiteit Utrecht en bij Stichting Farmaceutisch Erfgoed.
Fotografie:
Studio-Oost
Concept & realisatie:
Collageboy Studio
Met dank aan:
Apotekarsocieteten (Stockholm), Mara Scheelings (Rijksmuseum Boerhaave, Leiden), Mieneke te Hennepe (Rijksmuseum Boerhaave, Leiden), Stichting Pieter van Foreest.