De erfenis van Fleming
Digitale tentoonstelling over antibiotica en resistentie
Stel, je wilt een tatoeage laten zetten of een cosmetische ingreep laten doen. Of je hebt een kunstheup nodig of een tandheelkundig implantaat. Geen levensgevaarlijke situaties zou je zeggen. Maar in al deze voorbeelden is er een risico op een wondinfectie. Mogelijk zelfs met een dodelijke afloop. Gelukkig ontdekte Alexander Fleming in 1928 het eerste antibioticum, dat dit soort bacteriële infecties tegengaat. Negentig jaar later zijn antibiotica niet meer weg te denken uit ons leven.
Deze tentoonstelling is een eerbetoon aan wat Fleming ons naliet. Je leert meer over de ontdekking van penicilline en hoe dit eerste antibioticum in korte tijd de wereld veroverde. Je ontdekt wat een antibioticum is en wat geneesmiddelen van dit type doen. Tot slot kom je meer te weten over de keerzijde van het succesverhaal van antibiotica: de groeiende problematiek rondom resistentie.
Een onverwachte ontdekking
Toen Alexander Fleming in 1928 terugkwam van vakantie en in een van zijn kweekschaaltjes keek, kon hij niet vermoeden dat hij op het punt stond een ontdekking te doen die de levens van miljoenen mensen zou redden. Wat had Fleming ontdekt? En waarom had zijn ontdekking zo’n groot effect?
Schimmel vs. bacterie
De ontdekking van penicilline veranderde de geneeskunde voorgoed: bacteriële infecties konden voortaan bestreden worden met antibiotica. Maar hoe werkt een antibioticum eigenlijk?
De andere kant van de medaille
In 1945 ontving Alexander Fleming een Nobelprijs voor zijn ontdekking. In zijn toespraak vertelde Fleming uitgebreid over het verloop van zijn onderzoek in de jaren 1922-1940, maar hij wees ook op de gevaren van antibioticagebruik. Waar waarschuwde Fleming voor? En wat betekent dat voor ons?
Colofon
Tekst & uitleg:
Peter van den Hooff. Studeerde geschiedenis aan de Universiteit Leiden. Sinds 2013 is hij werkzaam bij de Vakgroep Geschiedenis van de Farmacie van de Universiteit Utrecht en bij Stichting Farmaceutisch Erfgoed.
Toine Pieters. Studeerde farmacie en moleculaire genetica aan de Universiteit Utrecht en promoveerde in 1999 bij de Universiteit Maastricht op de biografie van het wondermiddel interferon. Sinds 2002 is Pieters hoogleraar geschiedenis van de farmacie en houdt hij zich met name bezig met historische trajecten van geneesmiddelontwikkeling en –gebruik. Pieters is bovendien voorzitter van Stichting Farmaceutisch Erfgoed.
Ellen Stobberingh. Promoveerde aan de Rijksuniversiteit Utrecht op faagtypering van de bacterie Staphylococcus aureus. Ze was tot 2013 als medisch microbioloog werkzaam bij het Maastricht Universitair Medisch Centrum Plus (MUMC+) en van 2013-2017 bij het Centrum Infectieziektebestrijding van het RIVM. Momenteel is Stobberingh senior adviseur bij de GGD Rotterdam.
Fotografie:
Studio-Oost
Concept & realisatie:
Collageboy Studio
Met dank aan:
Alice Beijersbergen (DSM Sinochem, Rijswijk), Annemieke Horikx (KNMP, Den Haag), Apotheek Heerkens (Gouda), Ina Kerkhof (DSM, Delft), Kevin Brown (Alexander Fleming Laboratory Museum, Londen), Medisch-Farmaceutisch Museum ‘De griffioen’ (Delft), Nobelstichting (Stockholm), Pfizer Inc. (New York), Ruud Luiten (DSM, Delft), Tasha Sturm (Cabrillo College, Aptos), Wim van Egmond.