Bayer Kinderaspirine

Exposities

Bayer Kinderaspirine

1964

Audio beluisteren

Op het moment dat Bayer het ‘lekkersmakende’ kinderaspirientje introduceert in 1964 is paracetamol al een geduchte concurrent als middel tegen pijn en koorts. Het kinderaspirientje blijkt ook minder onschuldig dan gedacht. Begin jaren tachtig wordt een verband aangetoond tussen het gebruik van acetylsalicylzuur (=aspirine) bij kinderen en het syndroom van Reye, een zeldzame maar potentieel dodelijke aandoening die ernstige schade aanricht aan vitale organen. Daarmee lijkt het doek voor het kinderaspirientje te vallen. Maar ironisch genoeg is het hetzelfde kinderaspirientje dat aan de basis staat van een nieuwe carrière voor acetylsalicylzuur, die de marketingafdeling van Bayer mede helpt vormgeven. Op basis van de kennis dat acetylsalicylzuur remmende effecten heeft op de klontering van bloedplaatjes gaan artsen eind jaren zeventig onderzoek doen naar de preventieve werking op hart- en vaataandoeningen. Langdurig gebruik van het kinderaspirientje blijkt werkzaam bij de secundaire preventie van hart- en vaatziekten bij vijftigplussers. Het afgelopen decennium zijn de gevolgen van chronisch gebruik van lage doseringen acetylsalicylzuur mede door apothekers aan het licht gekomen. Ook in lage dosering verhoogt acetylsalicylzuur de kans op bloedingen in maag en darm. Tegenwoordig wordt bij aspirine gebruik automatisch pantoprazol voorgeschreven om de nadelige effecten op de maag te voorkomen of de kans daarop aanzienlijk te verminderen.