Mandibulae lucii piscis (snoekenkaken)

Ook delen van bepaalde vissen werden in de vroegmoderne apotheek gebruikt. Van de snoek werden bijvoorbeeld van oudsher meerdere delen medicinaal toegepast: het hart en de gal tegen ‘afgaande koortsen’ (malaria-achtige verschijnselen) en de beentjes of steentjes in de kop als ‘plasmiddel’, tegen blaas- en nierstenen en tegen epilepsie, om het bloed te zuiveren en om een bevalling te versnellen. In de vroegmoderne tijd werden met name de kaakbeenderen nog gebruikt om een patiënt te laten zweten, tegen ‘zijdewee’ (ontsteking van het borstvlies) en keelaandoeningen.