Nux vomica (braaknoot)

De naam ‘braaknoot’ laat geen twijfel bestaan over zijn toepassing in het verleden. De noten zijn eigenlijk zaden van een Zuidoost-Aziatische plant en bevatten strychnine, een stof die in kleine hoeveelheden werd toegepast als versterkend middel, als verdovend middel en als tegengif. Bij dysenterie werd het ingezet om de koorts tegen te gaan. Door de sterke uitwerking op het zenuwstelsel is het in grotere hoeveelheden een gevaarlijk middel: overdosering kan leiden tot verstijving, spasmen, en krampen. Wanneer de patiënt hierdoor geen lucht meer krijgt kan het zelfs dodelijk zijn.